Buongiorno

Hij had toch een zitplekje kunnen vinden op het grotendeels onklaar gemaakte terras van de Buongiorno, het tentje waar hij elke dag zijn koffie drinkt. Dat hij dat dagelijks doet, weet ik trouwens niet zeker. Wat ik zeker weet is dat hij er altijd binnen zat als ik daar was en dat was soms maanden achtereen elke dag.

Als hij zijn koffie had gekregen en een plek had gevonden waar hij naar buiten kon kijken, pakte hij een klein opschrijfboekje van het soort dat journalisten vroeger bij zich droegen. Of amateurtoneelspelers die journalist acteren. Hij schreef iets op en keek dan een tijdje door het raam. Schreef nog iets op en keek weer naar buiten. Als hij een pak had gedragen met zo’n potlooddunne stropdas, had hij een dichter uit de jaren 50 kunnen zijn. Hij had er de sik en de bril voor. Maar in plaats van zo’n pak droeg hij het beige uniform van mannen van zekere leeftijd.

Nu mocht hij niet binnen zitten en waarschijnlijk liever ook niet op het terras, maar de barista had vermoedelijk wel iets anders aan zijn hoofd dan deze vaste klant van het terras te jagen. Koffie zetten bijvoorbeeld.

Ook nu lag het opschrijfboekje voor hem. Ook nu keek hij voor zich uit. Niet door het raam, maar door de glazen plaat van de afscheiding tussen terras en stoep. Peinzend, denk ik.

Ik hou er niet van als iets of iemand een spaak in het wiel van mijn routine steekt. En ik word als echtgenoot, huisgenoot en vader van een peuter nog regelmatig gedwongen tot een zekere flexibiliteit. Maar stel dat ik jaren achter elkaar alles precies op mijn manier had kunnen doen, hoe verschrikkelijk was het dán geweest als van de ene op de andere dag dat ijzeren ritme werd onderbroken? Ik moet er plaatsvervangend niet aan denken.

De zwijgzame koffiedrinker boog zich net weer over zijn boekje en schreef iets op. Geestdriftig alsof hij net een mooie vondst had gedaan. Zijn ijzeren ritme was niet onderbroken. Nu zat hij buiten. Dat was het. Hij wist dat hij ook weer binnen zou zitten.

Posted in Uncategorized | Leave a comment

Lopen tegen de gekte

Het zou eigenlijk niet moeten uitmaken, wel of geen wedstrijden. Ik loop toch omdat ik zo van lopen hou? Schreef ik niet al eerder dat die wedstrijden slechts de haltes zijn en dat het gaat om de reis, het hardlopen zelf? Zeker, dat schreef en geloof ik. Maar toch had ik op donderdag 12 maart het gevoel dat de grond onder mijn voeten verdween.

1017036_10152392316014461_6820460389987370101_n

Tijdens de Wings of Life Worldrun in 2014 waar ik probeer een auto voor te blijven en probeer er cool uit te zien omdat naast me een motor rijdt met een fotograaf achterop. 

Die donderdagochtend geloofde ik echt nog dat ik twee dagen later de Salland Trail zou lopen. Echt. Pas donderdagavond kwam de mail met de officiële afgelasting. De annulering van de Enschede Marathon, die ik op 19 april zou lopen, liet nog iets langer op zich wachten en stiekem dacht ik nog dat het misschien mee zou vallen en dat we vanaf april gewoon weer verder konden met alles. De realiteit is als een zwaar beladen goederentrein onze levens binnen gedenderd.

Overal was van alles aan de hand en tegelijkertijd was er leegte. Geen relevant schema waaraan ik me kon vasthouden, niet elk loopje een vooraf vastgesteld doel. Ik had zelfs drie dagen lang geen zin om te lopen en wie mij een heel klein beetje kent, weet dat er dan iets mis is. Dan drijf ik af naar het donker.

“Ga nou maar gewoon. Je weet dat je je altijd beter voelt als je hebt gelopen”, zei Alexandra. Die woorden had ik even nodig. En natuurlijk was dat ook zo. Dus ik loop weer volop. Waar ik eerst de comfortabele dwang van doel en schema miste, omarm ik nu het improviseren. Veel rustige kilometers, intervalletje of tempoblokken als dat goed voelt.

De uitdaging dezer dagen is het ontwijken van de ander. De eerste dagen liep ik nog wel eens door het Westerpark, maar dat voelt niet meer goed. Er zijn teveel mensen en aan die massa wil ik niet bijdragen. Dus ik loop om het park heen. Over een bedrijventerrein, door het havengebied en door mijn geliefde Bretten; plekken waar ik of nauwelijks iemand tegenkom of waar het ruimtelijk genoeg is om met een boogje om andere rustzoekers heen te hollen.

Naast de financiële klappen, de onzekerheid en een vleugje vrees, voel ik ook veel dankbaarheid in deze dagen. Ik ben blij dat we gezond zijn, dat we het prima redden in ons kleine huisje. Blij dat ik aan de rand van de stad woon en zo uit de drukte ben. En ik ben zo ontzettend dankbaar dat ik het lopen heb, mijn medicijn tegen de waanzin.

Moedig voorwaarts, lieve mensen!

Posted in Uncategorized | Leave a comment

Lekker lopen kijken

We worden bruusk met onze neus op deze feiten gedrukt: we weten niets en controle is een illusie. Dat was al zo en het is nu aan ons dat te accepteren. Nog zo’n les: van accepteren en loslaten word je gelukkiger dan van ieder ander ding. Goed, dat gezegd hebbende zitten we mooi thuis voorlopig. Dat is beperkend, maar schept ook allerlei mogelijkheden. Bijvoorbeeld voor mij om jou wat leuke kijktips te geven!

Patrick van Iersel-138

Foto Patrick van Iersel

De documentaire The Barkley Marathons: The Race That Eats Its Young is te vinden op Netflix, maar heb je hoogstwaarschijnlijk al gezien. (Correctie! Staat er niet meer op….) Zo niet; lucky you! Gauw kijken. Over diezelfde illustere, absurde en beestachtige ultra-onderneming gaat ook de documentaire Where Dreams Go To Die: Gary Robbins And The Barkley Marathons. Filmmaker en content creator Ethan Newberry volgt voor deze docu de Canadese ultraloper Gary Robbins in zijn voorbereiding op de Barkleys. Het eind is ongelooflijk. Echt. Verder zijn deze kortere verslagen over de Barkleys de moeite waard: Linkie en linkie.

Een andere filmmaker die ik graag zie is Billy Yang. Zijn korte films leunen vaak behoorlijk op de emotie en dat vinden we in Nederland wel eens too much, maar hé, het is een Amerikaan! En zelf vind ik het totaal niet storend. Yang probeert in zijn films de ziel van de MUT-runner te doorgronden (MUT = mountain ultra trail). Wat drijft een mens om meer dan honderd kilometer door de bergen te rennen? En wie is die mens? Zijn films Life In A Day, over de Western States 100 (linkje) en The Why over de Leadville 100 (link) zou ik zeker even kijken. Ook zeer de moeite waard is het verslag dat hij maakt van drie Amerikaanse atleten tijdens de Ultra Trail de Mont Blanc in 2015 (linkie). Drie jaar later volgde hij een van hen, Zach Miller, nogmaals tijdens de UTMB (linkje).

Als je dit allemaal hebt gekeken en je eerste mountain ultra aan het plannen bent, is het de hoogste tijd voor wat extra motivatie en inspiratie. Daar leent zich het volgende YouTube-tweeluik heel goed voor. Hoofdpersoon is Craig Curley, een hardloper uit het Navajo-reservaat in Arizona. Kijk zelf maar: deel 1 en deel 2

Het Amerikaanse atletiekplatform FloTrack publiceerde tot een paar jaar geleden iedere woensdag een aflevering van Workout Wednesday, trainingsvideo’s van lopers op allerlei niveaus; van high school tot profs. Ik mag er graag naar kijken. Google op Flotrack en Workout Wednesday en je zit de komende tijd geramd.

Zoals je ziet is heel veel van dit materiaal Amerikaans. Die zijn nu eenmaal onovertroffen in het in beeld brengen van sport. Maar ik heb ook nog een hele mooie documentaire van eigen bodem voor je. Natuurlijk van Andere Tijden Sport. Jan Knippenberg: Forrest Gump op Texel. Docu Over een geschiedenisleraar die in 1974 in 19 dagen van Hoek van Holland naar Stockholm liep. Twee marathons per dag. Wat een man, die Knippenberg (19 april 1948 – 23 november 1995). Tot op de dag van vandaag inspireert hij de Nederlandse ultra-scene. Van hem is dit citaat: “Lopen is geen sport maar een manier van reizen, waarbij geest en lichaam zich voortdurend verplaatsen. Lopen is daarom Kunst en geen middel ter bestrijding van welvaartskwaaltjes.” En zo is het.

Als je gaat lopen, doe het alleen en in alle rust. Verder lekker binnen blijven, lieve mensen!

Posted in Uncategorized | 1 Comment

Lessen van een waanzinnige

Iets leren kost mij vaak wat vallen en opstaan. Hard vallen soms. Zo heb ik er ruim 20 jaar over gedaan om te leren dat ik niet kan omgaan met drank. En een vrachtwagen aan niet al te beste ervaringen met drank weerhielden mij er vervolgens niet van om te proberen succesvol feestelijk te zijn met drugs. Ook dat mislukte glorieus en keer op keer. Met al die gekkigheid stopte ik jaren geleden, maar met hardnekkig dezelfde fout maken alvorens iets van die fout te leren ging ik nog een tijdje door.

RMBC0883-20x30

‘Doing the same thing over and over and expecting different results’, wordt wel aangehaald als definitie van waanzin. (Einstein zou dit gezegd hebben, maar dat blijkt helemaal niet zo te zijn. Ik dwaal af.) Ik ben het helemaal eens met die quote en als marathonloper ben ik absoluut vaak die waanzinnige geweest. Niet door eraan te beginnen, want 42 kilometer rennen is echt goed haalbaar. Nee, door van de 19 marathons die ik inmiddels liep, zeker de helft te snel te starten.

Er zaten ook heus een paar prima marathons tussen met een voor dat moment alleszins acceptabel resultaat, maar pas bij marathon nummer 13 kwam ik erachter dat het voor mij wel zo verstandig is om goed mijn hartslag in de gaten te houden. Op een door Vondelgym-collega Martijn Rodijk opgesteld schema liep ik prompt een pr. En vier weken later weer eentje. Dus nu had ik het trucje door? Nope. Tijdens de Boston Marathon liep mijn hartslag in de eerste 10 kilometer veel te snel op. ‘Schijt’, dacht ik, ‘rammen, we zien wel waar het schip strandt.’ Toen ik eenmaal het hoogste punt van Heartbreak Hill bereikte, sloeg het schip uiteen op de klippen. Ik strompelde de resterende 10 kilometer naar de finish.

Een maand na die schipbreuk besloot ik nog een marathon te lopen om me te revancheren en me nu wel te gedragen als een redelijk mens. Tussen kilometer 5 en 10 moest ik naar mijn smaak veel te langzaam lopen om op de bij die fase horende hartslag te blijven. Maar toen begon het ook figuurlijk te lopen, het tempo ging omhoog en ik liep een uitstekende Utrecht Marathon; mooie tijd, net geen pr.

Een marathon kan trouwens ook heel goed mislukken als je wel op een verantwoord tempo van start gaat. Je kunt het stevig verknallen door je brandstofplan slecht uit te voeren. Of helemaal niet over een dergelijk plan te beschikken. Als de tank leegraakt, staat er ergens een man met een hamer te wachten die jou de wedstrijd uit beukt. Pak je het slim aan, dan zorg je dat je iedere 30-40 minuten de koolhydraatvoorraad aanvult. Of je er nu zin in hebt of niet. Drinken moet je net iets vaker doen. Ook hier is zin hebben irrelevant. Sowieso hebben ‘zin’ en de ‘marathon’ na een kilometer of 20 niets meer met elkaar te maken.

Daar komt de mentale component in het spel. Ook op dat vlak kun je jezelf lelijk in de vingers snijden. Zelfs als je heel goed getraind bent, komen er op een bepaald moment signalen door die je gebieden het rennen onmiddellijk te staken. ‘Doe normaal!’, zeggen die signalen. Dat ben je inmiddels gewend en je kunt die kwade stemmen goed negeren, want dat heb je tijdens interval- en tempotrainingen ook voortdurend gedaan. Maar na 30 kilometer klinken de stemmen behoorlijk overtuigend. Negeren is dan niet meer voldoende, je moet ze tegenspreken. ‘Nee! Ik kan dit. Hier ben ik voor geboren, damn it! Moedig voorwaarts!’ Ik ben een aantal keer wel gezwicht voor de stemmen. ‘Even wandelen door de drankpost’, dacht ik toen. Juist op die momenten, de momenten dat je uit je ritme stapt, sloeg de kramp toe en – erger nog – vanaf dat moment weten lijf en geest dat wandelen een optie is. Toen was ik verloren.

Ik kan zo nog even doorgaan met wat ik allemaal fout heb gedaan tijdens marathons, maar dat doe ik niet. Niet nu. Volgende week zaterdag loop ik mijn twintigste en ik heb er weer zin in als een kind in schoolreisje. Vol goede voornemens en doordachte wedstrijdplannen zit ik. En dat voor een vrij ingewikkelde loop. De SallandTrail, een trailrun van 50 kilometer. Geen meter verhard, geen 100 meter vlak. Ik ben benieuw welke Klaas zich aan de start meldt; de gedisciplineerde of de waanzinnige. Van allebei weet ik dat ze er hoe dan ook het beste van proberen te maken. Let’s go!

Posted in Uncategorized | Leave a comment

Saai is voor de armen van geest

Het jaar is nog jong, maar de eerste marathon is al gelopen. Waar voor sommige lopers een marathon pas interessant is als hij buiten de landsgrenzen plaatsvindt of in iedere geval onder grote publieke belangstelling, liepen we deze met iets minder dan 100 mensen onder een grauwe hemel rond de Bosbaan in het Amsterdamse Bos. Zeker elf mensen juichten ons hartstochtelijk toe.

15772158-2eb6bf9661bcb1e796c8

‘Rond de Bosbaan? Hoe loop je daar een marathon?’, vraag je je misschien af. Nou, door er acht keer omheen te lopen. Tel daarbij een aanloopje van een kleine drie kilometer en voilà, je hebt een marathon. Voor mij zit ‘m het avontuur van de marathon in die 42,195 kilometer, niet zozeer in de plaats. Natuurlijk is het heel tof om ergens op een spannende plaats of in een bruisende stad een marathon te lopen, maar de echte reis speelt zich af in je hoofd en om daar te geraken hoef je niet in een vliegtuig te stappen.

‘Maar is het niet verschrikkelijk saai, acht rondjes Bosbaan?’ Saai is voor de armen van geest. Het is toch juist mooi – best spannend ook – om de geest een beetje een uitdaging te geven? Uiteraard kwamen er wel een paar wanhopige gedachten op. Toen ik er twee rondjes Bosbaan op had zitten, vroeg ik me ernstig af waar ik aan was begonnen en waarom ik dacht dat dit een goed idee was. Bij het opkomen van zo’n gedachte begint het spel. Je moet ‘m vangen en terug in zijn hokje stoppen. Het labeltje ‘saai’, ‘geestdodend’ of ‘afgrijselijk’ moet eraf en in plaats van een oordeel te vellen over wat je aan het doen bent, gewoon doen. Aan het derde rondje beginnen dus en na tien minuten in die ronde bedenken dat je na deze alweer aan de vierde begint en dat je, als je die hebt gehad, alweer over de helft bent!

Zo probeer ik mezelf de komende maanden regelmatig fysiek en mentaal uit te dagen in aanloop naar de 100 km die ik in september wil gaan lopen. Tien rondes van tien kilometer. Rondjes lopen voor gevorderden.

Die marathon rond de Bosbaan, de Sri Chinmoy Inspiration Marathon, werd almaar leuker naarmate de rondjes vorderden. Na vijf rondes dacht ik: ‘best lekker zo aftellen’. Het werd zelfs een van mijn beste marathons. Niet zozeer qua tijd, ik bleef 6,5 minuut boven mijn pr, maar ik liep wel in een negative split (tweede helft sneller dan de eerste) naar een tijd van 3 uur en acht minuten. Best lekker voor een trainingsloop! Mijn strijdmakker Alexander, die ook die 100 km in Winschoten gaat lopen en dan drie maanden later nog een keer 100 km door de bergen rond Kaapstad, liep een pr. Kortom, we hebben aanleg voor rondjes.

Over iets meer dan vier weken loop ik 50 km over bospaadjes tijdens de SallandTrail. Dat moet mijn 20e marathon worden. Jubileum! Daar gaan er nog wel een stuk of wat bijkomen in 2020. Because I love it. Of het nooit saai wordt al dat lopen? Saai is voor de armen van geest.

Posted in Uncategorized | 1 Comment

Marathon

Hoe het hoofd steeds verlangt naar waar het net nog bang voor was.
In de laatste fase van de beproeving die de marathon is,
smeekt alles in een loperslijf om het staken van de strijd.
‘Waarom rennen we nog?’, vraagt het hoofd zich af.
Spieren verkrampen uit protest.
Maag en darmen gegeseld met mierzoet sportvoer.

lg-hzkzq_wn2w5893ffadurmwg6tqxhj132xyxapqzeh5g25nruutk0ykt_aq5y2bg_nmg2vqpb71rebnvbkpuqpskn9dwfozybtfaxglmwrmaqxllcfmcdlj1w3teczaxc4pbn1xv6lh6bvlfhrcs4pah20u-twlbgxf6rtcq8e_n2xwgkoqs28kx-1.jpg

Waar bij kilometer 37 de finish utopie lijkt,
wordt die bij 41 ineens realiteit.
Niets is meer wat het net nog was.
Vertraging wordt versnelling.
Nog één iemand voorblijven of inhalen.
Met de handen naar de hemel de klok stoppen.

Verblijd, verbaasd, verdwaasd.
Marathongrond verdwijnt onder je voeten.
Voeten moeten zoeken naar een nieuw pad.
De medaille om je nek zet je terug op aarde.

Even is er niets meer.

Volgt de voldoening, het zoete, het niets meer moeten.
Gloeiend van van alles maak je de ereronde die de terugreis is.
Weer zo’n beest aan de zegekar gebonden.
Voor nu is het marathonmonster overwonnen, maar nooit is hij getemd.
En daarom daagt na soms maar een dag onvermijdelijk een nieuwe jacht.
Als een hijgend hert de jacht ontkomen, terug het bos in naar de dreiging.
Het gevaar dat het ontsnappen zo onweerstaanbaar maakt.

Posted in Uncategorized | 2 Comments

Vondelgym Running

Het komende jaar is typisch zo’n jaar waarin jij als hardloper gaat vlammen. Geloof mij. Misschien ben je meer een crossfiter of kickbokser of zelfs een powerlifter; maakt niet uit. Dan doe je gewoon twee keer in je leven mee met een 5 km-loop, gewoon om eens te kijken hoe snel jij met dat lijf van je zo’n Fast Five kunt afwerken – de volgende Fst Five is op 25 januari! Misschien loop je al hard en wil je wel eens iets nieuws proberen, een halve marathon, 10 kilometer, eindelijk eens die Dam tot Dam of zelfs een hele marathon?

23FDD241-62FA-4750-84BF-F92321474EEC.JPG

Dat komt goed uit. Wij helpen je namelijk met alle liefde bij het bereiken van zo’n doel. Voor werken aan snelheid en advies over training kun je in onze trainingen en bij onze trainers terecht. Daarnaast starten we ieder half jaar een marathontraject volgens de Energy Control-methode; niet verder dan 14 kilometer trainen en trainen op hartslag. Of je kunt om de drie maanden meedoen met Vondelgym’s Fast Five! Vijf kilometer zo snel mogelijk om de Bosbaan rennen. Doe je vaker mee, dan kun je mooi je progressie zien. Gezellig is het sowieso.

Helaas zijn er nog altijd leden die denken dat je al heel goed moet zijn om mee te kunnen doen met trainingen, dat je al tien kilometer (hard) moet kunnen rennen bijvoorbeeld. Voor het gros van onze trainingen is dat totaal niet het geval. Uiteraard moet je voor de long runs op zondag wel in staat zijn om lang te kunnen lopen en de intervaltraining op dinsdag in West is voor gevorderden, maar met alle andere trainingen kun je gewoon meedoen ook als je begint of lange tijd niet hebt gelopen. Kom nou maar gewoon!

Naast de Fast Fives, het marathonprogramma en de trainingen die in het rooster staan, willen we in 2020 regelmatig met een groep leden meedoen aan wedstrijden. Zo staat op 19 januari de Vondelparkloop (10 km) op de kalender. We verzamelen in onze gym aan de Overtoom en lopen vandaar met z’n allen naar de start. Inschrijven kan nog via de site van de Vondelparkloop, doe mee is leuk! Je kunt je ook opgeven voor 3,3 of 6,7 kilometer – een rondje of twee rondjes Vondelpark.

Wist je trouwens dat we ook een keer per week een krachttraining voor hardlopers hebben? Op zondag in Oost en op zaterdag in West. Werken aan een sterke core en krachtige benen met Yasmin en Roos.

Genoeg te rennen, dus. Mocht je vragen hebben over het lopen; stuur me een mailtje! Dat kan naar klaas@vondelgym.nl.

Posted in Uncategorized | 1 Comment

Daarom loop ik

Toen ik begon met hardlopen had ik geen idee over looptechniek of trainingsleer. Plannen om mee te doen aan een hardloopevenement had ik op dat moment niet en daarmee al helemaal geen plannen om een halve of hele marathon binnen een bepaalde tijd te lopen. Ik wilde gewoon lopen en rust vinden. Dat lukte en dit hield me aan het lopen.

IMG_2232

Foto: MMRB Fotografie

Hoe meer ik liep, hoe lekkerder het ging en al snel diende zich het eerste wedstrijdje aan. En daaraan gekoppeld een gewenste eindtijd. De pr’s kwamen in die tijd vanzelf. Als je van nul komt, is het immers makkelijk progressie boeken. Maar een keer houdt dat op. En dan begint de jacht.

Jagen op pr’s kan het gevolg hebben dat ik wel hard train, maar niet slim. Dan loopt die jacht op niets uit en ligt de frustratie op de loer. Grimmigheid sluipt in mijn lopen tot er iets knapt. Ik stop met rennen, kijk om me heen en vraag me af: waarom deed ik het ook alweer?

Zo’n moment kwam op 13 oktober in Eindhoven. Ik had de eerste 20 kilometer van de marathon erop zitten en het liep niet. Het liep al drie weken niet. Van het dertien weken durende trainingsblok waren de eerste tien supergoed gegaan. Toen nestelde zich een hardnekkige verkoudheid diep in mijn longen. Daar probeerde ik doorheen te knokken, maar zo werkt het niet.

Met een niet al te best voorgevoel was ik toch naar Eindhoven afgereisd. ‘Misschien valt het mee!’ Maar het viel niet mee. Ik had getraind voor een marathon onder de drie uur en dat doel moest ik al gauw laten varen. Doorlopen en kijken wat er nog van te maken viel? Een pijntje in mijn lies stak de kop op. Het soort pijntje waar je in goede vorm doorheen loopt. Wat wilde ik hier nog bewijzen? Dat ik een marathon kon lopen? Dat had ik al zestien keer gedaan. Toen de twijfelstemmen oorverdovend werden, stapte ik uit. Voor de eerste keer maakte ik een wedstrijd niet af.

Vlak na het mislukte sub 3-project overwoog ik om hard door te trekken en een maand later weer een poging te doen om onder de drie uur te lopen. Jagen. Maar gelukkig kwamen er ook vragen. Was dit waarom ik hardliep, om sub 3 te lopen? Hoeveel geluk had handelen op basis van ego mij gebracht?

Een maand na de Eindhoven Marathon kwam ik lachend over de finish van de Ronde Venen Marathon in Abcoude. Heerlijk gelopen. Het doel? Ontspannen lopen en plezier hebben. Gelukt? Dubbel en dwars.

Nog steeds wil ik heel graag een keer een marathon onder de drie uur lopen. Ik kan dat alleen niet forceren en daarnaast heb ik nog andere hardloopdoelen. Honderd kilometer lopen, bijvoorbeeld. Die sub 3 komt als ‘ie komt. Eerst lekker lopen en rust vinden. Daarom loop ik.

Posted in Uncategorized | Leave a comment

Harder is niet beter

Eliud Kipchoge moest op zaterdag 12 oktober 101 seconden van zijn snelste marathontijd aflopen om geschiedenis te schrijven. Hij liep nog veel harder en verbeterde zijn persoonlijke record van 2:01,39 naar 1:59,40. Hij ging weg op een streeftijd van 1:59,50, wat correspondeert met een tempo van 2 minuut 50 seconden per kilometer. Toen hij zijn wereldrecord liep in 2018 deed hij dat op een tempo van 2:53 minuut per kilometer. Kipchoge, de grootste marathonloper ever, wist dus dat hij drie seconden per kilometer harder moest lopen.

IMG_2121

Foto: Leonhard Foeger/Reuters

Dat Kipchoge weet hoe je je voorbereidt op een marathon en hoe je die succesvol tot een einde brengt, is duidelijk. Hij liep er twaalf in wedstrijdverband en werd één keer tweede. Hij verloor in 2013 van de toenmalige koning Wilson Kipsang. De andere elf won hij.

Maar in Wenen moest het harder dan ooit, harder dan tot voor kort voor mogelijk werd gehouden. Met het project INEOS159 waren vele miljoenen gemoeid. De organisatie had 41 tempomakers ingevlogen die Kipchoge moesten helpen de 2 uurgrens te doorbreken en dat waren bepaald geen koekenbakkers. Wereldkampioenen, Olympische medaillewinnaars; allemaal naar Wenen gekomen voor dit megaproject. Kun je je voorstellen wat een druk er rustte op de schouders van die ogenschijnlijk zo kalme Keniaan? Dit project was too big to fail.

Weet je wat Kipchoge in de voorbereiding anders deed dan voor zijn vorige marathon?

Helemaal niets.

Trainingsmaatje en Nederlands marathonkampioen Abdi Nageeye vertelde daarover in De Pacer, de hardlooppodcast van AD. “Gewoon dezelfde dingen blijven doen, dan word je vanzelf beter.” Kipchoge weet wat werkt en heeft daar vertrouwen in. Voorafgaand aan zijn eerdere Breaking2-poging werd hem ook gevraagd wat hij anders had gedaan om hard genoeg te kunnen lopen. Het enige verschil was zijn mindset; de wil en de intentie om een bepaald tempo per kilometer te lopen. Die training klopte al. Als je daarmee op de goede weg bent en je raakt niet geblesseerd, word je steeds beter. Daarvoor hoef je niet iets anders te gaan doen, hoef je niet harder te trainen.

Dat is een van de moeilijkste dingen om te bevatten voor iedereen die zichzelf wil verbeteren. Inzien dat harder trainen absoluut niet de belangrijkste voorwaarde is voor verbetering van je persoonlijk record. We zijn zo geconditioneerd om te denken dat als we maar harder gas geven – in alles wat we doen – we ook een beter resultaat bereiken. Voor mensen die al heel hard werken of pittig trainen is het tegenovergestelde waar. Nog harder betekent meestal verslechtering. Een wijze les van Eliud ‘de filosoof’ Kipchoge. Steek die maar in je zak.

Posted in Uncategorized | Leave a comment

Ode aan de Dam tot Damloop

Eerder vertelde ik hier over mijn haat-liefdeverhouding met de Dam tot Damloop. De drukte, het gedoe. Ik schreef al eens een blogje met tips, net zoals iedere andere hardloopschrijver in Nederland. Maar dit jaar doe ik dat niet. Het voelt anders deze editie. Ik heb er gewoon alleen maar zin in, anders niks!

f5_-71-of-96

“Het voelt anders deze editie. Ik heb er gewoon alleen maar zin in, anders niks!” Foto: Sukru Mese

Want hoe mooi is het dat er aanstaand weekend ruim 60.000 mensen een eind gaan rennen? Vorig jaar gingen er in totaal 62.209 startnummers de deur uit. Iets meer dan 13.000 voor de Dam tot Dam by Night, 8 kilometer op de zaterdagavond. Bijna 4.000 kinderen die meededen aan een van de kinderlopen en tegen de 45.000 hardlopers die kozen voor de tien Engelse mijl van Amsterdam naar Zaandam. Nog even: 45.000! Dat is toch prachtig?

De Dam tot Damloop is me er eentje. Ten eerste is het een van de weinige grote ‘point-to-point’-lopen die we in Nederland hebben, sowieso de grootste. Je loopt van de Piet Heinkade in Amsterdam naar het centrum van Zaandam, dat bij hoge uitzondering een keer kolkt. Heb je wind mee naar Zaandam, dan heb je mazzel. Terug naar Amsterdam ga je – medaille om je nek – in een volle zweterige bus en dat is elke keer weer veel minder erg dan je van tevoren verwacht.

Dan de drukte. Tuurlijk, dat kan ook heel vervelend zijn. Om een pr te lopen tijdens de Dam tot Dam moet je of een beetje mazzel hebben met je starttijd óf een wedstrijdlicentie hebben zodat je vlak achter de toplopers aan mag starten. Dat zit er voor de meesten van ons niet in. Dus wees verstandig; zie je dat het echt te druk is om vol gas van dam tot dam te rennen, focus je dan op lekker lopen en maak er een feestje van!

Want daarin is de Dam tot Damloop echt uniek. Er is geen loop in Nederland waarbij zoveel volk langs de kant staat. Vooral in Noord en Zaandam loop je min of meer door een kroeg. Lekker muziekje erbij, partytenten in de tuinen en te dikke mannen met een sjekkie in de bek die je voorzien van hardloopadvies. Heerlijk. Zelfs vorig jaar, toen de regen met bakken uit de hemel kwam, stond er volop publiek langs de route.

Eerder deze week zou het nog 26 graden worden. Net zag ik dat weeronline.nl nu 22 als maximumtemperatuur geeft en Buienradar 24. Dat gaat helemaal de goeie kant op, joh!

Heel veel plezier zondag!

Posted in Uncategorized | Leave a comment